2012-08-18

DONS

8.
Het onvolgroeide dat zich groeien voelt,
zich groot wil houden, zich dus groter maakt:
dat is toch te bekend? Trots die je koelt,
hoe onterecht en dwaas dan ook. Je haakt
naar naam, leeftocht in geest en goud.

Zij tonen toch wat wij ooit zijn geweest?
En wij veel wijder, wij is eeuwenoud:
het werelddeel dat niet zijn grenzen weet
en ongeremd voorbij de einders treedt
die kosmos oosters wijs had opgericht.
Dat speelt met vuur en buskruit, dynamiet
en niet het onheil merkt dat wordt gesticht,
zijn vlegelachtigheid als wilskracht ziet.

En moet dan ook niet hier die breuk ontstaan,
dat eenzaam avontuur, die zoektocht naar
jezelf? Dat reddeloos door vrijheid gaan
je oordeel tegemoet, jij gijzelaar,
millenniazwaar van vragen naar, ja, wat?
de zin? het doel? wat je bestemming is?
Je bent, nee rent, je moet voorgoed op pad
en worden wat je maakt: geschiedenis.

Waar elders je doorproefd wordt ingewijd,
rouwbruut de riten en de regels leert,
maar dan er bent, is hier in wat jij lijdt
geen opening, geen eer, de vlam verteert.
Jij, haft, die eeuwen mee zal moeten,
zoek, zoek de bodem voor je voeten.
 

 

> treug naar begin



  Website gebouwd door intronet