2002-12-20

DE REIS VAN ONS LEVEN

17. Met Theseus naar Athene

Het verblijf in Argolis bevalt ons zeer goed. Maar we moeten verder. Er staat nog heel wat op ons lijstje. Dus reizen we op een mooie zondagmorgen af.
Onderweg is er een klein oponthoud. Midden op de rustige landweg heeft zich een file gevormd. Maar die lost gauw op als de twee Grieken die al rijdend elkaar tegen kwamen en dus even stopten voor een praatje, de rijen achter zich ontdekken. De Grieken zijn minstens zulke slechte rijders als de Italianen (invoegen geschiedt ook hier zonder veel egards voor het aanstormende verkeer en ook hier geldt de bekende regel “bij twijfel geen voorrang”), maar het gaat ook met een zichtbare gemoedelijkheid gepaard, die het verkeerde weggedrag eerder laat verklaren uit oenigheid dan uit geldingsdrang. Maar we zijn nog niet in Athene geweest. Daar zou het wel eens anders kunnen zijn. Wel, daar zijn wij nu naar onderweg.

Mijn ideaal was de route van Theseus te volgen vanuit Troizen. Maar dat zou wel een hele grote omweg worden (en door bergen!). Dus nemen we de weg naar Epidauros en vandaar gaat het hoog langs de zee, waar in de verte de grijze schaduwen van de eilanden drijven, richting Korinthe. De route is nog lang genoeg om alle heldendaden van de jonge Theseus te verhalen.
En zo korten we de tijd met Periphetes, die schedels met zijn bronzen knuppel insloeg, Sinis, die zijn slachtoffers tussen saamgebogen pijnbomen spande, Skyron, die de mensen die zijn voeten moesten wassen, de zee intrapte, Kerkyon, die zijn tegenstanders platdrukte en niet te vergeten met Prokrustes met zijn logeerbed dat helaas steeds te kort of te lang bleek. De omgeving doet ondertussen zijn best om in niets aan die mythische verschrikkingen te herinneren. Theseus heeft zijn werk goed gedaan.
Een tiental kilometers voor de Isthmus daalt de weg naar zeeniveau en betrekkelijk onverwachts staan we bij een laag bruggetje over een vaart. Is dit het kanaal van Korinthe? Ja, dit is het kanaal van Korinthe. Reden genoeg om halt te houden voor een kopje koffie op het terras aan het water. Zou er hier nog wel een schip langs komen? Spoedig krijgen we op deze vraag antwoord. Slagbomen gaan dicht en onder onze verbaasde ogen verdwijnt het bruggetje onder water, waarvandaan minutenlang geratel opstijgt. Het blijkt dat het wegdek acht meter diep moet verzinken om schepen door te kunnen laten. Het komt ons voor dat er eenvoudiger manieren zijn. Maar goed, dit is Griekenland. Even later verschijnt de sleepboot die een schip trekt dat het kanaal van oever tot oever vult, de “Xenofon”, ja het zal geen klassieke naam dragen!

Later passeren wij het kanaal ter hoogte van de snelweg. Nu ligt alles diep onder ons. Als een voor door het land, ons welbekend van alle foto’s uit oude aardrijkskundeboeken en toeristengidsen. Toch kunnen wij het ook niet laten zelf zo’n foto te maken. In ieder geval heb je hier een schitterend uitzicht over de volle zes kilometer die het kanaal lang is. Hoe onneembaar de Pelopponesus vroeger geweest is, valt hier niet moeilijk je voor te stellen.

Korinthe slaan we over, alle verhalen over Aphroditedienst en brieven van Paulus ten spijt14
En we nemen de snelweg naar Athene, die gelukkig hoog genoeg is om weinig te zien van het industriegebied langs de kust en om wel weidse vergezichten te bieden op de Saronische golf. Vertrouwde namen komen langs: Megara, Eleusis (een olieraffinaderij zonder enige geur van heiligheid) en dan gaat de weg omhoog naar de heuvelrand waarachter Athene moet liggen.


  Website gebouwd door intronet