1988-12-05

SINTESIJS

Lang geleden brak de leiding
al zich ’t hoofd over de wijding
van maandagochtend 5 december.
Ja, het was nog in september
dat we tegen elkaar zeiden                                          5
dat de school het nooit kon lijden
dat die datum zou passeren
zonder onze Sint te eren.
Maar wie kon die maandagmorgen
voor een aulapraatje zorgen                                      10
dat zonder al te veel te ontwrichten
de lieve jeugd ook nog kon stichten?
Want onder ons gezegd, gezwegen:
met Sint zitten we mooi verlegen.
Hoe vroom dan ook en hoe aanminnig,                  15
hij is toch ergens dubbelzinnig
en echt niet zuiver op de graat!
Zoals die vrijer ’s avonds laat
met zak en staf op rijen gaat!
‘k Zou als meisje mij maar hoeden                          20 
voor Piets opgeheven roede!
Sint (je kunt er niet omheen):
een sekssymbool van top tot teen.
Ja, die zak van Sinterklaas
biedt wat meer dan speculaas.                                  25
Dat is bepaald geen speculeren
maar wetenschappelijk te funderen.
Sinds Freud weten we voldoende:
die ouwe Sint, dat is een boender!
De knecht van die Oude “Heer”:                                 30
steeds maar schuiven op en neer
door de schoorsteen! nou, je snapt wel:
dat is samen een heel knap stel
in het vrolijk schuinsmarcheren!
Moeten die de jeugd gaan leren                                 35
dat je braaf moet zijn? Oppassend?
Nou, dat laatste : niet verrassend,
seks brengt toch al zoveel leeds
in een tijd zo vol van aids
dat de slagzin ‘vrij toch veilig’                                       40
wel wat moet zijn voor zo’n goedheilig,
steeds aanbeden kindervriend. Kindervriend….
Is dat niet wat onverdiend
om die oude Spaanse knokker
aan te zien voor kinderlokker?                                      45
Al moet ik zeggen: Gerard Reve
heeft daar ooit over geschreven.
Zou het dus niet passend wezen
een stukje Reve voor te lezen?
Wellicht wordt men dan meer bekoord                       50
dan door een stichtelijk bijbelwoord!
Al werd ook door de Hebreeën
al heel wat stevig afgevreeën,
bij een Sint zo oversekst
vindt men niet gauw een bijbeltekst.                           55
Maar ach, ik ben reeds lang vereerder
van die ouwe schuinsmarcheerder,
zou ik dan voor zijn beminde
kinderen niets passends vinden?
Met wat hulp pas ik gedwee ‘m                                    60
in in het Hervormd Lyceum.
Dat ook van hem veel valt te leren
hoop ik te kunnen demonstreren.
dus laten we alle facetten
eens even op een rijtje zetten:                                      65
De Sint is al eeuwenlang geheid
het zinnebeeld van vruchtbaarheid.
Heidens dus: de wilde jacht
van Wodan in de winternacht.
Op zijn schimmel door de wolken                               70
schenkt hij zegen aan de volken,
zegent het gezaaide zaad:
volgend jaar weer overdaad.
Om zijn hoofd cirkelen kraaien…
Zwarte Pieten! Goed gerajen!                                      75
En hoewel je slechts zijn schim zag,
blijvend was zijn wijze glimlach
in zijn wijde, witte baard,
wapperend als kometenstaart.
En Germaantjes, klein en groen,                                80
zetten weliswaar geen schoen,
maar ‘t “Hoort de wind waait door de bomen”
vulde ook hun kinderdromen.
De Christenen hebben – onverveerd –
snel dit feest geannexeerd.                                          85
Weg werd Wodan gebonsjoerd,
Sint Nicolaas werd ingevoerd
en dat heidense coureurtje
kreeg een kerkelijk, christelijk geurtje,
maar onder ’t priestelijk habijt                                     90
zat toch mooi weer vruchtbaarheid!
Onder ’s bisschops jas verscholen:
allemaal weer sexsymbolen!
Was er ooit impertinenter
clericale potloodventer?                                               95
Nee, dat is echt overdreven:
’t was toen een zaak van dood of leven.
Zonder vruchten van hun akkers
krepeerden al die arme stakkers.
Nu heb je – al ben je nog zo laks –                         100
tenminste nog minister Braks ,
de F.A.O. of consulenten.
Ach, die zorgen wel voor centen.
Niemand hoeft in deze tijden
hier nog hongersnood te lijden,                               105
maar toen kwam dat hol malheur
heel geregeld aan de deur.
Dus probeerde je Gods wetten
naar je eigen hand te zetten.
Werken aan de vruchtbaarheid                                 110
was gewoon noodzakelijkheid.
En naast de vrucht van veld en struik
ook die uit de moederbuik.
Want je was echt te beklagen
als je aan ’t einde van je dagen                                 115
heel alleen achtergebleven
zonder kind of kraai moest leven.
Als je kinderen moest ontberen
zat je met gebakken peren.
Laat die gehuichelde bezwaren                                 120
op onze geilbaard rustig varen!
Laat in het Sintbeeld niets ons hinderen:
Sint zorgde voor de kinderen
Was iemand ooit om kroost verlegen:
hij zorgde voor de huwelijkszegen.                            125
Hij gaf dus kinderen kado.
en pas na eeuwen werd het zó:
hij gaf kinderen kado’s.
Eén letter wijzigt grandioos
de zin van deze zin.                                                        130
Maar het bleef in het gezin:
gaf hij dochter, gaf hij zoon,
hij bleef de huwelijkspatroon.
Alleen in dat heilig verband
hield je seks vast in de hand.                                      135
Zwarte Piet werd ook bewust
als zwarte duivel van de lust
de knécht van Sint, de knecht der Kerk.
Vrijen mocht als ’t liefdeswerk,
al dat vleselijk converseren                                          140
maar in kroost zou resulteren.
Vóór het zingen paste ’t niet
dat je al de kerk verliet,
in geest en vlees met recht de zoon van
de door God verworpen Onan.                                    145
Met de kerk kwam je, voorwaar,
nooit op deze wijze klaar.
Piet had dan ook voor zo’n sekreet
zijn roe en zwarte zak gereed
om onder veel ogenblikkeren                                      150
hem in het diepst der hel te flikkeren.
Zo ging dat toe in vroeger tijd.
Ik zei het al: noodzakelijkheid.
Kunstmest was iets exquisiets
en James Watt was ook nog niets                              155
en men kon bepaald niet zonder
het geloven in een wonder.
Wíj hebben onze wetenschap
en wij zitten nóóit zo krap
als ze vroeger altijd zaten.                                             160
Geloven mag je rustig laten:
heb je honger, heb je dorst,
jij kunt genieten als een vorst
en men spreekt in dit verband
dan ook terecht van koning klant.                                 165
Want al ben je zelfs ontmand,
een kind, kunstmatig ingeplant,
redt je snel weer uit de brand.
Ach, hoor het vrolijk feestgedruis
van kinderen uit en voor de buis!                                 170
Sint is met zijn menagerie
deel der consumptie-industrie,
de schutspatroon der middenstand.
Maar toch is veel meer aan de hand:
hij is niet als die kerstkobold                                        175
die elders door december holt!
Die Centenklos of Vader Krismus,
met dat typ is heel wat mis dus!
Die ondermaatse miereneuker,
die seniele rendierbeuker,                                            180
die alleen maar denkt per meter:
des te groter, des te beter!
Op die gelubde Noordpoolganger
vormt Sint een waardig tegenhanger.
‘k Hoop, je hebt het in de smiezen:                              185
’t gaat bij Sint om de surprise.
’t Kado op zich heeft geen gewicht.
Belangrijk is een goed gedicht
of een verpakking die verrast
en op de mens in kwestie past.                                    190
Vooral niet aardig doen of lief,
maar wel een beetje creatief!
Hé! Creativiteit,
een ander woord voor vruchtbaarheid!
Zo komt dus als ik even zoek,                                        195
de ouwe Sint weer om de hoek.
Knoop! Hervormd Lyceïsten,
als jullie dat nog niet goed wisten,
dat eens voor altijd in je oren!
Bedenk dat wij zijn uitverkoren,                                      200
want alleen óns komt deze kloeke
60-plusser nog bezoeken!
Een unieke situatie!
Zie maar! Wat een transformatie!
Plotseling zoekt een hele natie                                      205
van droogkloten inspiratie,
moet gaan rijmen, moet gaan dichten,
steelse akties gaan verrichten.
Nooit hoor je ze één liedje zingen,
op 5 december echter wringen                                      210
zij uit hun keel een repertoire
dat goed is voor het hele jaar!
Een stel kultuurloze proleten
zit op rijmwoorden te zweten
en verandert in bezeten,                                                  215
fanatieke raspoëten!
Is zo’n gebeurtenis geen wonder?
Het is in elk geval bijzonder!
Wat zoek ik nog naar bijbelwoorden?
Is dat nog nodig? Jullie hoorden                                   220
in mijn op rijm gezet gepraat
toch óók waarom het eigenlijk gaat?
Het leven is niet enkel consumeren.
Tussen geboren worden en kreperen
kun je nog heel wat meer.                                               225
Zit daarom nimmer bij de pakjes neer.
Wat kun je een ander beter geven
dan een écht teken van leven?
Schep moed en doe je plicht:
maak van je leven een gedicht!                                      230


(november 1988).
 



vorige pagina | volgende pagina
  Website gebouwd door intronet