1986-03-01
ALS HET WARE
-
Wat waar te maken is: jezelf,
een bouwwerk waar voltooiing niet
het mee te maken einddoel is.
De wiekslag telt, de fladdering.
De tak, het nest is rest. Het kunstwerk
is voor God of voor modern
publiek. Jij hebt het doek, het hout,
de verf. Jij hebt het uur van mengend
peinzen, van vertwijfeling,
van doodverf over doodverf heen.
Bedenk: jij bent je maaksel niet.
Jij bent het hooguit achterhaalbaar
ogenblik en de verleiding
te vertellen wat je doet
is wel begrijpelijk maar leidt
tot niets: steen ben je, kleur, geluid,
een woord. Beeld wil men hebben,
klanken, zin. Jij bent dan al verloren
in de holte die je hieuw,
de stilte die je opgeroepen
hebt, het wit van het papier.
Toerist die uit de put
zijn eigen echo diept,
een kuddeloze herder op
een hei waar reuzenoren luisteren
naar het blatende heelal.
(18 oktober 1985)
>inhoud
|