2009-03-01
RAPSODIE 3
Bijelkaargeraapte gedichten 2009
In al hun naakte huidigheid
LINCOLNS REIS VAN SPRINGFIELD NAAR WASHINGTON
EEN BLAUW OOG SLAAN
GEDICHTENDAG 2009
Wie waren zij? Drie mannen (beter: jongens), wie
Zij was de zomer van mijn leven
BIJ HET OVERLIJDEN VAN DICK DE ZEEUW
VOOR ATIE
De tulpenboom
LYON
Haar kamer vol met ditjes en met datjes
Poëzie heb je nodig als brood
Voor dichten moet je reizen
O, dat vroegste, vreesachtigste voorjaar
Ik ben blijmoedigheid, een kind
Die plaatsen waar gedichten in je kruipen
Waardoor ontleent het leven aan
Dit weer is een kadootje van april
69 WORDEN
Stad die zo stil kan zijn
MET DANK AAN VAN DALE
WIJ
ODE
WAT ZONGEN DIE SIRENEN
Wat is het geluid van een hand
GROTE MARKT BREDA
Tot mijn geluk nooit mijn gelijk
Weten dat er niets te delen valt
Je pijn niet laten zien. Alsnu
NAAR AANLEIDING VAN EEN BEGRAFENIS
DIT JAAR IN JERUZALEM
DE GEZEGENDE OUDERDOM
HERINNERING
DODE ZWAAN
De winter maakt de tuin verwilderder
NOG MAAR WEER EENS GEZEGD (TEGELTJES WIJSHEIDJE)
Die dag - 't was laat september, maar,
DRIELUIK
1. Oor voor. En oog. En tong en hand
2. Oor dat meer dan het vindt
3. Als licht weerspiegels in
FEMKES RAAD
ANDROMEDA
|
