2012-03-16

RAPSODIE 5

EEN VERMAKELIJK VOORVAL IN DE WOESTIJN VAN ENGEDI

Dat uitgerekend in de grot
waar wij verscholen zaten,
Saul poepen wou! ’t Leek wel of God
‘m in onze hand wou laten.
Dus “David!”, zeiden wij, “hier is
je kans! Sla toe! Het is Gods wil!”
En hij sloop met zijn zwaard muisstil
naar waar Saul hurkte, ongewis
van wat hem overkomen zou.
En David jaste met één houw
- zo steels gewerkt, dat hij niets merkt! -
een reep uit Saul zijn jas, net toen
de majesteit aan ’t afgaan was.
Ach, koning, keizer, kampioen
zijn op hun tijd ook broos karkas
en moeten hun behoefte doen.
En kunnen dus, hoe soeverein,
heel allermenselijk weerloos zijn.
Wie daarvan misbruik maakt, snapt niet
hoe koninklijk ook jij moet wezen
door in Gods gratie expliciet
behoeftigen te laten delen.
Gena is hoe je met cachet
de koningen te kakken zet.
 

(29 augustus – 17 september 2011)

 
Zie 1 Samuël 24: 1- 8 Saul en zijn leger achtervolgen David

>inhoud

 



  Website gebouwd door intronet