2012-03-16
RAPSODIE 5
FILOKTETES
Steeds weer niet meer dan maar erbij:
de Argo, Herakles zijn dood, de strijd
om Helena. Hij steeds terzij,
een figurant. Daarom geheid
ook hij dus Trojewaarts. En kijk!
dan door een anders stommiteit
in ’t licht, want niet de dader bijt
de slang, die daar als wreker blijkt
te zijn, maar uitgerekend hem.
De beet een wond die hem benart en
- voor de gehardsten niet te harden -
zo stinkt dat ’t iedereen beklemt.
Ter plekke laat men hem dus barsten
en trekt naar Troje op voor eigen roem.
En hij blijft achter zonder artsen
en zonder medicijn: verdoemd.
Maar Troje blijkt ook na tien jaar
van mollen, moorden niet te winnen.
’t Orakel maakt het zonneklaar:
zìjn boog brengt je de stad pas binnen.
Dus terug. Hij zit nog steeds te meuren.
Maar wie de overwinning ruikt,
gaat daarover niet langer zeuren.
Als je je hersens goed gebruikt,
zal je niet twee keer je vergissen.
Dan weet je voluit overtuigd:
in feite kun je niemand missen.
(1 augustus 2011)
>inhoud
|