2009-10-14
DE DRAAD DOOR HET SLAKKENHUIS
14. HODEGETRIA
Onze Lieve Vrouwe troont in hemelsblauwe heerlijkheid, haar jong op schoot. Zij toont de weg, háár weg, haar eeuwigheid, bruiloft van zon en maan, verbond waar je als mens niet buiten kan. Voor ons ging zij tot aan de grond, Voor onze hals door elke ban. Wat zij bewaarde in haar hart: voor ons. Zij kijkt ons aan en tart (giocondalach) ons klein begrip.
Om, smartenvrouw, ons bij te staan, vergeef je ons je hartepit met zijn hoorns van de maan?
>inhoud
|