2009-10-14
DE DRAAD DOOR HET SLAKKENHUIS
13. TOESCHOUWERS KENT DE MYTHE NIET
Toeschouwers kent de mythe niet. Verhaal rechttoe- rechtaan: je doet of wordt gedaan. Alles geschiedt zoals het onafwendbaar moet. Geen commentaar. Niet een terzij dat een tenzij daarnaast ook biedt. Maar wat in hemelsnaam let mij dat wel te doen? Ook Breughel liet (en Auden ogend in zijn spoor) de boer zijn onbewogen voor. Zo iets wil ik dus ook. Ik wil een oog dat alles observeert, dat zich verbaast, dat schrikt en schril de loop der dingen constateert: een koningin die opzien baart (nou, wel iets meer dan dat), een vorst die door zijn kroost nu horens torst, veel hoger dan dat kalfsjong daar.
>inhoud
|