|
1999-12-31
TOEDOEN 2
EENMAAL
het begint als glasgetinkel rinkelend bestek de geur van vlekkeloos gesteven linnen als het aanschuiven van stoelen zittingen die zachtjes kraken kijkend naar je en niets horen van een uitgesproken zegen als een voorgerecht van oesters in hun parelmoeren bedjes wier als teruggeslagen dekens proef de oerzee heel de kosmos met dat druppeltje citroensap en dat vluchtig snufje peper en ik proef je en je ogen zien mij weten weten alles als een soep waarin de lente liefde sprakeloos weerspiegelt groen aroom van jeugd en voorjaar dat je blijvend blijft verwarren hef je glas dus zeg daar ga je op het leven moet je klinken als de eend met sinaasappel glanzend glinsterend druipend vlees geuren smeken grijp me eet me roosmarijn en appelsienen hof van de oranjebomen waar we liepen hartje zomer zo maar van elkaar te smullen schatteboutje kus me pluk me laat je lippen mij verslinden kluiven dat het vet je saplings taplings langs de kin druipt handen bezig vingers likken ogen met slechts oog voor beiden o laat niets meer van mij over als de kaas waarvan de namen ons verhemelte al strelen als de koffie heet en duister de calva die al verdampt is voor je goed en wel geslikt hebt zo verdwijnen van ons resten slechts de kruimels en de vlekken groezelige berg servetten een hotelbed tien uur 's ochtends dat door anonieme handen straks zal worden opgeruimd (februari 1997)
>inhoud
|
|
|