2015-08-18
ONTVALLEN SCHIER
PITA GRILK
De jongste van de dames Grilk,
al samen vroeg vertrokken naar de wal:
Er was op ‘t eiland voor muziek – dat wil ‘k
graag geloven – geen uitzicht al met al.
Daar met zijn twee gebleven. Nooit getrouwd.
Hun huis de jaren door met schatten volgestouwd;
voor alle aanloopkatten opvangstplek.
Hun levens verder wijdend aan muziek.
En - Pita dus – ook poëzie: de trek
van taal naar ’t eiland toe, die erotiek.
En dat die taal daarginds geen toekomst had
voor haar talent geen reden tot verstillen.
Nee, stil maar je verlangen, hart! ’t Zwart gat
waarin herinnering aan jou, je grillen,
je passies, kracht, je nacht verdwijnen ooit,
die kilte door één woord, hier, nu, ontdooid.
Dat woord van jou, verloren stem,
waarin ik, zuster, je herken.
Pita Grilk (1905-1980)
>inhoud
|