2004-07-05
BUURMAN BRUIN
HOOFDSTUK 9. INLEGKUNDE
9.1 Wat ik ook verder bij ’t vertellen van dit verhaal zelf heb bedacht, hier dien ik eerlijk vast te stellen: één ding werd mij zó aangebracht, ik was er zelf nooit op gekomen. Nooit was een nomen ooit zo omen, zo passend als de naam van Bruin. Die heb ik dus niet uit mijn duim. Ik zeg het maar, u zou gaan denken aan een gemaakt, goedkoop effect. De werkelijkheid is in het echt vaak mooier dan je kunt bedenken. Nou ‘mooier’ ?? Bij geschiedenis is dat geen woord dat passend is.
9.2 Toen Hitler voor zijn Storm Afdeling naar uniformen zocht, kon hij dankzij een wonderlijke speling van ’t lot haast gratis een partij kaki tenues die bij het klaren te donker uitgevallen waren, in handen krijgen. Zo ontstond die kleur van onderop, van stront, de goot, waaruit zijn bruine horden opstonden om hun plaats, hun recht nú op te eisen, recht en slecht, dat huwelijk van de Nieuwe Orde, bevestigd in bloed, vuur en puin, van Adam Hitler - Eva Braun.
9.3 ’t Fascisme was geen revolutie naar linkse theoretici: geen ‘kapitaalgoedevolutie’. Geloof me: puur kretologie. Maar ook al wil je ’t niet geloven, hier kwam de onderste steen boven. In plaats van rijk en wet: de straat. Uit ’t lompenproletariaat kwam ’t schuim gewoon naar boven drijven en bleef daar dan. Ook buurman kan heel goed als voorbeeld dienen van naar boven komen en daar blijven. Hij had dan ook als eerste prompt een Volkswagen onder zijn kont!
9.4 Niet dat mijn moeder ’t hem misgunde. Zij had geen last van jaloezie, maar in haar vrome inlegkunde paste zo iets toch feitelijk niet. De voorspoed van de goddeloze… Wat doe je als je met het boze, met alles wat je ziel verteert, zo heftig wordt geconfronteerd? Wat doe ik zelf met martelingen? Met Auschwitz? De geschiedenis die steeds één grote puinhoop is? Waar bleef zij met Gods zegeningen? Zij leed – dat is voor mij geen vraag – haar dagelijkse nederlaag.
9.5 Maar één ding weet ik ook heel zeker: zij overwon toch elke keer haar radeloosheid. Steeds weer bleek er heel overweldigend hoe zeer zij leefde vanuit de verwachting en verder ging, zo, zonder achting op wat verschrikt en ondermijnt. En daardoor bleef zij overeind. Al zag ze ook de godvergeten ellende elke nieuwe dag - de krant kost maar één oogopslag -, maar zij bezat dat zeker weten van dingen die je nu juist niet vanzelfsprekend voor ogen ziet.
>inhoud
|