2003-10-04

HET JOODSE BRUIDJE UIT DE RUBENSSTRAAT

HOOFDSTUK 12 LEVEN

12.1
De nieuwe school is nog wel wennen,
maar Hans weet nu al: het voelt goed.
Hij is de buurt aan het verkennen
die straalt in late zomergloed.
Je hoort de vogels in de bomen:
de herfst zal nu wel heel gauw komen,
maar toch, zo op het eerste plan,
merk je daar echt nog weinig van.
Hij is ook met zichtbaar genoegen
aan ’t wandelen in dit tussenuur:
ver van dat Vijgeboombestuur!
De toon waarop ze ondervroegen!
Bij de herinnering al komt
de vieze smaak weer in zijn mond.


12.2
’t Schijnheilig tuig, had hij vernomen,
was door een anonieme brief
zo tegen hem vooringenomen.
Ja, angst is vaak het sterkst motief
waar leiders zich door laten leiden.
Maar goed, dat is verleden tijd en
nu loopt hij hier goedsmoeds op straat
en voelt zich als vanouds in staat
met enthousiasme les te geven.
En dat ook nog in deze wijk!
Die tempel van baksteen! Dat rijk
van hoek en nis, gestold gebleven
koraal, gebed in ’t stemmig groen
van tuinen, bomen en plantsoen.


12.3
Hij is al bezig terug te lopen
als hij Maria’s huis ontdekt.
Toevallig gaat de deur net open
en komen kinderen opgewekt,
haast buitelend naar buiten hollen.
’t Duurt even voordat hij ten volle
het feit zich weer realiseert.
Daar woonde ze! Ach, hoe verkeerd,
is het toen met haar afgelopen!
Dat je zo stekeblind kan zijn !
En iemand met zo ’n helder brein
die zich geen knollen liet verkopen
als ze citroenen nodig had!
Mijn hemel! Hoe verklaar je dat?


12.4
Hij waagt zich maar niet aan verklaren.
Haar rebbe! Bij politie meer
bekend als ‘Vroompie’ uit Borgharen
en officieel als Jos de Heer.
Voor een gewone Roomse jongen
die er nooit echt had uitgesprongen
deed hij die rebberol niet slecht.
Ook Hans geloofde lang oprecht
met een rabbijn van doen te hebben.
’t Verbaast hem steeds nog hoe het kan
dat zo’n nauwelijks geschoolde man
je twijfels zo kan weg doen ebben.
Dat hij er ingelopen is,
wekt altijd nog zijn ergernis.


12.5
Die Jos bleek niet te achterhalen.
Wat wil je – zei men – na zo ’n slag!
Die viert ver weg zijn bacchanalen
vol leedvermaak en hoongelach.
Voor haar was ’t echt – in andere termen –
een slag. Om zich maar af te schermen
tegen wat men haar vragen mocht
had ze een schuiladres gezocht
van ‘t geld dat ze bijeen kon schrapen.
Daar heeft ze op een ogenblik
een aantal slaappillen geslikt:
voldoende om voorgoed te slapen.
En gek, Hans denkt nu nog het meest
aan wat ook mogelijk was geweest.


12.6
Want waarom moet je zelfmoord plegen
alsof je al hebt afgedaan?
Het Niets te zien hebben gekregen…
Ja, maar dan toch maar verder gaan.
Ontwaken, nuchter, wakker blijven.
Kijk om je heen! Voel aan den lijve
de zon, je stad, vandaag, jouw dag!
Dus hoor! En zie! En kies! Je mag!
Je tijd is toch nog niet verstreken?!
Dit alles hier: het zomergroen,
het hemelsblauw: zo veel te doen!
Hij ziet een dame oversteken,
heel vief nog – voor zo lang het duurt.
Ja, denkt hij, ja! Een goeie buurt!

EINDE

>inhoud




vorige pagina | volgende pagina
  Website gebouwd door intronet