1990-09-01

PIM

HOOFDSTUK 18


18.1

Hij was wel lang bij Ans gebleven
Maar toch - dat deed hij altijd zo
Al was het laat – Van Dijk moest even
Die nacht nog langs bij het bureau..
De wacht was bezig een fameuze
Roman van Miller in te neuzen
Maar veerde op toen hij hem zag
En zei dat er een boodschap lag
Van Interpol. Van Dijk naar boven.
Het leek hem op het eerst gezicht
’t gewone opsporingsbericht
Totdat – het was niet te geloven!
Hij werd in één klap goed beroerd- :
Gezocht: “Anita”en haar “broer”!


18.2

Zij waren het. De foto’s lieten
Van welke twijfel ook geen spoor,
Elk met een reputatie die te
Omschrijven was als zeer notoir.
“Anita”bleek in ’t echt Dolores.
Je snapt: zo’n naam betekent sores.
Maar erger nog – Van Dijk werd rood –
Haar “broer”dat bleek haar echtgenoot!
Hun criminele interesse
Lag sterk in de consumptiesfeer.
Zij waren – zeg maar – in de leer
Voor drugsbaron en –baronesse.
Die adel weet hoe met rood bloed
Ze ‘r blauwe boontjes pellen moet!


18.3

Hij lóópt die nacht naar huis. De hemel
Toont stralend heel het firmament.
Ach, in dat kosmisch stergewemel
Is de aarde maar een incident,
Een lichte rimpeling, maar even.
Verbazingwekkend kort het leven,
Laat staan de menselijke soort
Waar jij – een oogwenk maar – bij hoort.
En toch: haaks op die eeuwigheid ‘n
Verlangen, hartstocht, lied, muziek
Voor wat éénmalig is, uniek:
Díe man, díe vrouw, dát jaargetijde,
Díe stad waaraan niets tippen kan….
“Precies,”beseft hij, “Amsterdam”.


EINDE

>inhoud



vorige pagina | volgende pagina
  Website gebouwd door intronet