2012-03-16
RAPSODIE 5
VENETIË
Dichten als deze lagune:
eilandjes net boven water,
daar waar de plaats ’t opportune
ogenblik geeft (Noach laat er
vogels om los, raven en duiven;
Ararat overal), kijk maar
en luister, ril verrukt, huiver.
Stad als fatamorganamijmer,
duizend-en-één verzen ver,
klokken beieren van over
‘t water van hoogdagen her.
Overdag staat er daarboven
de maan, schilfer goudlover,
restje naar hun hemelse parken
voor een middagdutje gevlogen
engeltjes dronken van feestroes.
Poëzie tibi Marce
evangelista meus!
(25 augustus 2011)
>inhoud
>Allerdoorluchtigste
|