1988-12-01

CHEMIN DES DAMES EN ANDERE GEDICHTEN

-

Ooit was ’t een hele dag
zeventien augustus. Ja, langer nog
met drukte van tevoren.
Familie kwam al over uit de stad.
En op die dag altijd het mooiste weer.
Om elf uur kwam al iedereen op de koffie
(d’oogst moest maar even rusten
als moeder jarig was). Een bolus, een gebakje,
een glaasje een of ander (gif mien
mæ een konjakje of brandewien
mee suker
). De vrouwen:
boerenjongens. De voorkamer zat vol
met omes en met tantes
(en buurman Feytel die nooit kwam, kwam dan).
En ’s middags reed de auto voor
van Ome Kees, het hoofd der rijkspolitie
der provincie Zeeland, zijn figuur
nog martialer door zijn uniform
met rokende granaten op de patjes.
De neven en de nichten ginnegapten ondertussen
in de stallen en om de boerderij.
Het avondmaal bestond uit zo veel broodjes
als ik na al die jaren welvaartsstaat daarna
toch nooit meer heb gekend (mijn maag
was toen natuurlijk wel een stukje kleiner).
En ’s avonds in het feestgewoel
-de neven lieten door de mouwen
van de jasjes elkaar de sterren zien:
een onverwachte, koude douche –
dronk ik na alle kogelflesjes van die middag
mijn eerste glaasje bier. Oud bruin,
toch nog maar liever dan het iets te bitter pils.
Temidden van haar kroost en van haar gasten
zij, die de hel al voelde
als zij de kachel raakte,
zat daar stil en verheven
met recht een koningin.
                                                      (1987)

>inhoud



  Website gebouwd door intronet