2009-10-14
DE DRAAD DOOR HET SLAKKENHUIS
22. DE KOMST VAN DE KINDEREN
Elke negen jaar weer aan: zeven jongens, zeven meisjes varen aan bij nieuwe maan, veertien sijsjes, veertien prijsjes om de bijlhof in te gaan.
Binnen in de schemerzalen wacht de kindermoordenaar om zijn zielsgeluk te halen, eenmaal in de negen jaar.
Mensenmaal om weer te smaken hoe het is om mens te zijn, vlees te zuigen, bot te kraken, bloed de juiste tafelwijn.
Mijmerend hart en nieren proeven, smekkend met de lippen als ’t smaakt naar nog weer meer behoeven, schatteboutjes, vol en mals.
Maar vooral gaat het hem om de inhoud van de hersenpan: zielevoedsel! Zijn maag gromde enkel bij ’t idee ervan.
Dromen om, ja wat? te worden, macht te krijgen en om dan? Zijn gedachten, nooit op orde, blijven cirkelen om het plan.
Elke negen jaar die waan: veertien kinderen komen aan om de bijlhof in te gaan.
>inhoud
|