2008-06-04
SICILIAANSE AVONDUREN
AVONDUUR
Ooit dolken van de nieuwe tijd - ja, vrouweneer, dat ook, maar meer, veel meer, van toeval of gelegenheid naar wraak, recht, vrijheid, ommekeer, de vesperklok voor vorstendom, de avond valt voor stamboom, bloed. Bloed, goten bloed en geen pardon, in ’t duister van de sloppen woedt vergelding, bijtend, bitter, bits: één woord de grens van leven, dood.
“Dood aan!” – Ooit, even, maar een flits gebleven, een ijdele barensnood. Als jij in de avondschemering door al die straten loopt, met puin omgeven vol herinnering, herinner je die hoop, die kruim.
(16 juni 2008)
Op 30 maart 1282, tweede paasdag, brak de opstand, bekend als de Siciliaanse Vespers, uit tegen de aanmatigende en feodaliserende heerschappij van Karel van Anjou. De aanleiding was het affront van een Franse edelman jegens een Siciliaanse dame. Diezelfde nacht werden vrijwel alle Fransen (meer dan 2000) in Palermo uitgemoord. Om hen in het duister te herkennen werd hen gevraagd het voor hen kennelijk onmogelijke woord “ciciri” uit te spreken. De volgende dag vroeg de stad Palermo de paus een onafhankelijke commune onder zijn gezag te mogen worden. De opstand verbreidde zich ondertussen over heel Sicilië. Alle steden wenden zich tot de paus met hetzelfde verzoek. De paus gaf echter niet thuis. Uit arren moede verbonden de Sicilianen zich met Peter van Aragon, het begin van de Spaanse overheersing van Sicilië die tot de achttiende eeuw zou duren.
>inhoud
|