2006-08-28
HET VEELLUIK VAN DE RIJMERIJ
7.
Taal is zo’n wonderbaar schip: een boeier, een bom, een galei, een hengst of een snauw of een snik. Ze brengt je bij wind en bij tij buitengaats, buitentijds, buiten ik. Een huid en een zwaard en een roer en een buik vol verbluffende vracht, Argo, Titanic, meermin of hoer: steek van wal in je hulk, in je jacht en verzeil zo in steeds weer nieuw land.
(En we zien wel waar het schip strandt.) (11 maart 2006)
>inhoud
|