2005-04-01
ZEVENBURGSE SOUVENIRS
MAART IN CLUJ
Het weer is nog een aarzelend gedicht. Een sneeuwvlok dwarrelt eenzaam neer, dan gure wind, dan een vlaag lentelicht, beweging om het nulpunt heen en weer: een leven van of vriezen of van dooien.
Geen sneeuw dan rest meer in de stad, maar boven op de heuvels glooien de velden wit en steken zwart de bomen af. Wij lopen door de vrede van een kerstkaart heen, een ongeziene vogel in het oor: de hele wereld openluchtmuseum. (10 maart 2005)
>inhoud
|