2020-01-07

ENE A

12. IN DE NACHT DE HEMEL

En toch, hoe rijk je bent,
je blijft maar incident.
Geen lijn van toen naar dan.
Zijn zonder zin of plan.
Altaar dat steenhoop blijft,
niet naar de toekomst wijst.
Van her naar der als wind.
Huis zonder kind.

En Hij, die stem, zegt: “Kijk!
Zie boven je hoe rijk
de nacht aan sterren is.
Zo rijk ook eens jouw erfenis,
jouw kinderen van ons verbond.”

En hij, die mens daar, hij verstond:
hoe ook in ’t nauw, vertrouw.

                               (19 december 2019)

>inhoud



  Website gebouwd door intronet