2019-01-14
LOPEND WANT 2018
LIJFEIGENSCHAP
Je bent je lijfelijk bezit:
je willig oor, je open oog,
je brede rug, je trotse lid,
je vaste hand, je elleboog
waarmee, waarachter – jij toch niet!?
je volle mond, je zoete keel
jou toebedeeld voor – hoor! – je lied.
O, steeds weer wondertrouw geheel
van huid en haar, dat zielement
dat voelbaar, raakbaar, rijk jij bent.
Want niet – nog niet? – voor jou cipier,
ja, beul, je kruis, voortijdig graf
- het noemen al! Ik klop het af,
ik, pokerface, vertrek geen spier,
blijf – strammer, grijzer met de dag -
toch van een, als voor eeuwigheid,
hartgrondige lichtvoetigheid,
de voorbedachte laatste lach.
(6/7 september 2018)
>inhoud
|