2018-08-30
DOOD EN VRIJHEID
APPELKADE 1961
Ik heb in Princips voetstappen gestaan.
Ze waren uitgespaard in het trottoir.
De Titoïsten zagen hem wel staan.
Voor hen was hij een koningsmoordenaar,
dus held. Ík voelde niks. Ik was – ofschoon
koud twee jaar ouder dan hij bij zijn daad –
mij van de omvang daarvan doodgewoon
nog niet bewust. Je kent het feit, maar ’t raakt
je nog niet tot het bot -- Tot het je grijpt:
de giganteske onbenulligheid
van toeval dat ons leven (dwalen) lijkt
te sturen met een goddelijke onverschilligheid.
(21 juni 2018)
>inhoud
|