1987-07-01
DE BINNENWEG
17. (b)
De oven heeft ons in zijn warme hart gesloten. Aanstekelijke gloed, verstaanbaar, fluisterend, verleidelijk bevel: verteer, verstrooi jezelf! Een gouden ketting vonken, een flonkerend, stergelijk bestaan.
Als brandhout strekkend tot een anders nut, als as en sintels weggeworpen, een onverteerbaar lot.
Want nog gehecht, nog willen groeien: een veter als een bloem in een sandaal.
>inhoud
|