GEVALLEN WOORDEN 2016

-

Het namenloze heerst nog buiten ons
-als eens totaal. En binnen ons. Als angst.
Een kind. En moeder zegt: de wind. Iets stoms
wordt stem, het onbegrijpelijke vangst.
Jij, wind. Jij wint. De Naam maakt jou tot mens.
‘T/De onuitsprekelijke geeft jou stem.
Jij krijgt het voor het zeggen. Naar uw wens,
o, wezen uit het stof, word je door hem
gekroond. Nog elke dag. Als jij maar niet vergeet
dat leegte ruimte werd en ’t woeste grond
-althans: dat hoort te zijn. Jij oor. Jij mond.
Jij hand. Jij hart. Verstand. Dat je ’t maar weet!

(9 februari 2016)

>inhoud