1987-07-01
DE BINNENWEG
7.
Maar ook verloren op de vlakte als alles weg kan zijn, Jij, in je vlechtend spoor verstrikt, geen stap meer voor de ander zet en je een stem zou moeten horen: Waar ben je? – Ik? Een wolkje op de wind, omhooggevallen stof. Je stopt je weg in woorden. Wie liet weten dat je stof bent? Dwarreling die niet haar doel kiest en het uitzicht op een ander je ontneemt.
Maar leven wacht me op en zet me weer te paard en laat me verder gaan, een meisje met een mooie naam, vol van belofte, veelheid, bloei. Ik roep haar en ze kijkt proestlachend naar me om.
>inhoud
|