2015-06-23
ZESENDERTIG GEZICHTEN OP DE MONTELBAAN
1. AAN DE VOET
De baksteen glanst. De winterzon
drukt scheef een schaduw op de muur.
De ballast werd hier bastion
en overbodigheid werd sier,
nieuw nut. En nieuwe horizon
voor wie– zwerfwaar – van hier vertrok.
Een blijvend afscheidsuur. De klok
het droge sein van steeds weer gaan.
Dreun die zich als een vlag drapeert
om mijn vast punt in dit bestaan.
Hoor míj: een schaduw die passeert.
>inhoud
|