2014-07-14
LEF
3
Hij is de hinderaar, de bederver van het feest.
Hij draait mijn woorden om, draait mij om, draait de aarde.
Hij praat mij naar de mond, de pens het allermeest,
beademt wat er glanst, verweert de waarden:
betrekking wordt betrekkelijkheid, betekenis
partijbelang, elk liefdevol gebaar verdacht.
Het goede dat ik wil, verkeert in duisternis,
mijn morgenrood leidt regelrecht tot dieper nacht,
de hoop van ’t vaderland willoos kanonnenvoer.
Hij, onafscheidelijk, mijn tweelingbroer.
(4 september 2012)
>inhoud
|